Webontwikkeling en Microsoft .NET-technologie

In 2000 kondigde Microsoft zijn .NET-softwareomgeving aan, een nieuwe toevoeging aan Windows. De .NET (“dot – net”) omgeving is in feite een “virtuele computer” die op een echte computer draait, met het voordeel dat elk programma dat ervoor geschreven is op elke computer kan draaien waarop .NET draait. Een belangrijk aspect van de .NET-strategie is de onafhankelijkheid van een specifieke taal of platform. Ontwikkelaars kunnen een .NET-toepassing maken in elke .NET-compatibele taal en deelnemen aan hetzelfde softwareproject door code te schrijven in de .NET-talen waarin ze het meest bekwaam zijn (zoals Visual C++.NET, Visual Basic .NET, C#, Perl en anderen). Een deel van de .NET-softwareomgeving omvat Active Server Pages (ASP) .NET-technologie, waarmee ontwikkelaars toepassingen voor het web kunnen ontwikkelen.

De .Net-architectuur kan op meerdere platforms bestaan, waardoor de overdraagbaarheid van .NET-programma’s verder wordt uitgebreid. Bovendien omvat de .NET-softwareomgeving een nieuw programma-ontwikkelingsproces dat de manier kan veranderen waarop programma’s worden geschreven en uitgevoerd, wat leidt tot een hogere productiviteit.

Het belangrijkste onderdeel van de .NET-architectuur zijn Web Services, dit zijn toepassingen die via internet kunnen worden gebruikt. Een voorbeeld van een webservice is het boekingssysteem voor vluchten van de touroperator. De touroperator wilde klanten in staat stellen vluchten te boeken via de website van de touroperator. Hiervoor had de touroperator toegang nodig tot het boekingssysteem van de luchtvaartmaatschappij. Als reactie hierop creëerde een luchtvaartpartner een webservice waarmee de touroperator toegang had tot de database van de luchtvaartmaatschappij en boekingen kon maken. Met webservices kunnen de twee bedrijven via het web communiceren, zelfs als ze verschillende besturingssystemen gebruiken (de touroperator gebruikt UNIX en de luchtvaartmaatschappij Windows). Door een webservice te creëren, kan de luchtvaartmaatschappij andere touroperators toestaan ​​haar boekingssysteem te gebruiken zonder een nieuw programma te maken.

De .NET-strategie breidt het concept van hergebruik van software uit naar internet, waardoor ontwikkelaars zich kunnen concentreren op hun specialiteiten zonder elk onderdeel van elke toepassing te hoeven implementeren. In plaats daarvan kunnen bedrijven webservices kopen en hun tijd en energie besteden aan het ontwikkelen van hun producten.

De .NET-strategie omvat het idee van hergebruik van software. Wanneer bedrijven hun producten op deze manier koppelen, ontstaat er een nieuwe gebruikerservaring. Een online winkel zou bijvoorbeeld webservices kunnen kopen voor online creditcardbetalingen, gebruikersauthenticatie en inventarisdatabases om een ​​e-commercewebsite te creëren. De sleutels tot deze interactie zijn XML en SOAP, waarmee webservices kunnen communiceren. XML geeft betekenis aan data en SOAP is het protocol waarmee webservices eenvoudig met elkaar kunnen communiceren. XML en SOAP werken samen en combineren verschillende webservices om applicaties te vormen.

Een ander belangrijk concept in de .NET-technologie is universele gegevenstoegang. Als er twee exemplaren van een bestand bestaan ​​(zoals op een personal computer en een bedrijfscomputer), moet de minder recente versie constant worden bijgewerkt, dit wordt bestandssynchronisatie genoemd. Als de afzonderlijke versies van het bestand verschillen, zijn ze niet gesynchroniseerd en kunnen ze tot ernstige fouten leiden. Het gebruik van de .NET-gegevens kan zich op één centrale locatie bevinden in plaats van op afzonderlijke systemen. Elk apparaat met internetverbinding kan toegang krijgen tot de gegevens, die vervolgens correct worden geformatteerd voor gebruik op een toegangsapparaat (een desktop-pc, een PDA of ander apparaat). Zo zou hetzelfde document kunnen worden weergegeven en bewerkt zonder dat de gegevens hoeven te worden gesynchroniseerd, omdat het in het centrale gebied up-to-date zou zijn.

Bron: Ratko Carevic